|
|
MIRA - het Milieurapport Vlaanderen - analyseert en evalueert de toestand van het leefmilieu en
het milieubeleid in Vlaanderen en blikt vooruit op mogelijke milieuontwikkelingen.
Jaarlijks wordt een indicatorrapport opgemaakt dat een selectie bevat van feiten en cijfers
over het milieu in Vlaanderen. Meer dan 100 indicatoren behandelen samen het volledige milieudomein.
De bedoeling is actuele en betrouwbare milieu-informatie aan te bieden aan beleidsmakers,
milieudeskundigen en geïnteresseerde burgers. Indicatoren maken de vooruitgang in een
milieuprobleem zichtbaar en tonen waar bijkomende inspanningen nodig zijn.
In een notendop een paar indicatoren op vlak van waterverbruik en waterkwaliteit in Vlaanderen:
- Blijkt dat het waterverbruik in Vlaanderen het laatste decennium met
10% gedaald is.
Het waterverbruik gaat dus wel stapvoets de juiste richting uit, maar een hogere efficiëntie is
nodig.
Bovendien zorgen onze hoge bevolkingsdichtheid, intensieve industrie en landbouw op een
beperkte oppervlakte ervoor dat de druk op de watervoorraden in Vlaanderen groot is.
Bijkomend wordt verwacht dat de kansen op ernstige watertekorten zullen toenemen door de
klimaatverandering.
- De huishoudelijke vuilvrachten die de Vlaamse oppervlaktewateren
te verwerken krijgen, zijn in de periode 2000-2008 verder gestaag afgenomen door de systematische
uitbreiding en verbetering van de openbare waterzuivering. Toch hebben de huishoudens nog steeds een
belangrijk aandeel in de gekende belasting van het oppervlaktewater met stikstof (N, 30% in 2008)
en fosfor (P, 44%).
- In de loop van de voorbije twee decennia is de biologische kwaliteit
van de Vlaamse oppervlaktewateren, gemeten met de Belgische Biotische Index (BBI), traag maar gestaag
verbeterd. Het percentage meetplaatsen met een uiterst of zeer slechte kwaliteit nam sterk af en het
percentage met een matige of goede kwaliteit nam sterk toe. Deze positieve evoluties zijn het
resultaat van de uitbreiding en verbetering van de openbare waterzuivering en van de inspanningen
van de bedrijven en de landbouw.
Maar, lang niet alle meetpunten vertonen een verbetering van de biologische kwaliteit.
De doelstelling van het MINA-plan 3+ (2008-2010), 40% in 2010, werd niet gehaald en de doelstelling
voor 2010 is nog maar een tussenstap op weg naar de einddoelstelling. Zowel de Europese als de Vlaamse
wetgeving stellen immers dat overal de goede ecologische toestand of het goed ecologisch potentieel
gehaald moet worden, in principe tegen 2015. De afstand tot die doelstelling, die voor macro-invertebraten
aan een andere index dan de BBI getoetst wordt, is nog erg groot. Bovendien moeten naast de macro-invertebraten verscheidene andere criteria gerespecteerd worden om aan deze doelstelling te voldoen.
- Maar een minderheid van de meetplaatsen heeft een gezonde visgemeenschap.
Nochtans verbetert de toestand langzaam, maar helaas niet overal. Om de visgemeenschappen van alle
Vlaamse waterlopen in een goede toestand te brengen, is er nog erg veel werk te doen, zowel op het
vlak van de fysisch-chemische kwaliteit als van de structuurkwaliteit (bv. knelpunten voor
vismigratie wegwerken, waterlopen een meer natuurlijke inrichting geven).
Een algemene conclusie is dat nog forse inspanningen nodig zijn. Om de vuilvrachten die in
het oppervlaktewater terechtkomen verder te reduceren is het nodig de openbare waterzuivering verder
uit te breiden en te verbeteren (bv. aanpak overmatig werkende overstorten, foutief aangesloten
huishoudens) en zeker ook toe te zien op een reductie van de verliezen vanuit de landbouw. Tevens
moeten onze waterlopen een meer natuurlijke inrichting krijgen (bv. hermeandering, natuurvriendelijke
oeverinrichting …).
Nog andere milieuindicatoren voor Vlaanderen lees je in het
Indicatorrapport 2011 of vind je op
www.milieurapport.be.
Bond Beter Leefmilieu wijdde
een extra nummer van hun beleidsb@BBel aan het milieurapport.
|
|
|
|
|
|
|
|