Een uitheemse plant bedreigt de biodiversiteit in onze waterlopen
De reuzenbalsemien is een plant die van nature in de Himalaya groeit. Omwille van de mooie rozige bloemen werd ze
als sierplant ingevoerd. Maar ondertussen is ze door verwildering fors in opmars, vooral langs onze waterlopen.
Door haar onstuimige groei verstikt ze de inheemse planten en vormt ze een
bedreiging voor de biodiversiteit. Bovendien sterft de plant in het najaar volledig af waardoor
de bodem zeer vatbaar wordt voor erosie. De provincie Oost-Vlaanderen zet een
proefproject op om de reuzenbalsemien te bestrijden.
De laatste jaren wordt steeds vaker melding gemaakt van de reuzenbalsemien, de Impatiens Glandulifera,
een eenjarige plant die tot 2,5m hoog wordt. Ze is afkomstig uit de Himalaya en is in Europa als invasieve
soort verwilderd. De plant groeit graag in de buurt van water met een stikstofrijke bodem.
De voortplanting gebeurt door het wegwerpen van zaad - ‘springzaad’ - dat gemakkelijk
wordt meegenomen door de waterloop om verderop te kiemen.
Kwalijke gevolgen
Door haar explosieve groei verdringt en verstikt de reuzenbalsemien niet alleen onze eigen plantensoorten,
maar ook alle fauna die erin leeft. Ze komt de biodiversiteit dus zeker niet ten goede. Bovendien sterft
de plant in het najaar na de eerste vriesnachten volledig af. Bijgevolg zijn de onbegroeide taluds tijdens
de wintermaanden niet beschermd tegen erosie, met verzakkingen tot gevolg.
Ook kan de enorme biomassa in de directe omgeving van de waterloop de vlotte doorvoer van het water belemmeren.
Bestrijdingsplan
Kale en onstabiele oevers, obstructie van de waterafvoer, een aanzienlijke vermindering van de biodiversiteit
en klachten van aangelanden en gemeentebesturen zijn voor de provincie Oost-Vlaanderen de aanleiding geweest
om een voorstel van bestrijdingsplan uit te werken.
|
Foto: www.kuleuven-kulak.be
|
Proefproject
De bestrijdingsmethode moet nog worden uitgetest en daarom start de provincie dit groeiseizoen met een proefproject.
Het doel is om de plant te verwijderen en te voorkomen dat er nieuw zaad gevormd wordt. In de zomer, na 15 juni
en vóór het verspreiden van de zaden, zal de reuzenbalsemien gemaaid worden, gevolgd door
een zorgvuldige nazorg.
Het proefproject moet toelaten de bestrijdingsmethode te verfijnen en een goede inschatting van de werklast
te maken. Om succesvol te zijn zal de provincie zoveel mogelijk ‘bovenstrooms’ en gebiedsdekkend
in het stroomgebied werken en liefst in samenwerking met andere beheerders die met eigen middelen een
gelijkaardige bestrijding kunnen opzetten. Naast de bestrijding die de provincie zelf uitvoert,
zal ze ook de samenwerking coördineren.
Op de volgende waterlopen wordt de reuzenbalsemien aangepakt:
- Pauwelsbeek in Maarkedal - samen met het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen,
de Bosgroep en de gemeente Maarkedal
- Passemarebeek-Zwedebeek in Zottegem/Zwalm - in samenspraak met de Vlaamse Milieumaatschappij
- Boeversbeek in Gavere - opstart met oog op een toekomstig inrichtingsproject door de
Vlaamse Landmaatschappij, Waterwegen en Zeekanaal NV en de provincie
- Slabbaertsbeek in Knesselare - in samenspraak met de provincie West-Vlaanderen voor
de benedenloop
- Roebeek in Schellebelle
- Barbierbeek in Kruibeke - in het kader van het inrichtingsproject door de provincie
Bron: De Waterstand nr 5, de
nieuwsbrief over het waterbeleid van de provincie Oost-Vlaanderen
|