De wateroverlast van vrijdag 15 januari 2016 heeft velen verrast.
Maar de overstromings-gebieden en bufferbekkens van de Provincie hebben goed gefunctioneerd.
Ze konden de aanzienlijke hoeveelheid regen die toen gevallen is, grotendeels verwerken.
|
. |
De oorzaak van de overlast was een combinatie van factoren. Enerzijds zorgde een uitzonderlijk
natte eerste helft van januari voor een verzadigde bodem. Anderzijds was er zeer hoog water
op de Zeeschelde door het samengaan van springtij en opstuwing door stormwind.
Ruimte voor water
De voorbije decennia heeft het provinciebestuur Oost-Vlaanderen geïnvesteerd in het creëren van ruimte
voor water. Zij deden dit vooral door overstromingsgebieden en bufferbekkens aan te leggen.
Daar kan het teveel aan water tijdelijk geborgen worden zonder dat het schade veroorzaakt.
Provincie voorkomt ramp
Op 15 en 16 januari zijn zo goed als alle overstromingsgebieden in werking getreden.
Zonder deze waterbergende infrastructuur zouden de problemen in Oost-Vlaanderen ongetwijfeld
groot zijn geweest. Nu waren er maar in een beperkt aantal gemeenten kleine overstromingen:
in Sint-Gillis-Waas, Kruibeke en Lebbeke werden enkele woningen getroffen en in Beveren (Vrasene)
stond veel water in de straten, maar liepen geen woningen onder water. In overleg met deze
gemeenten wordt momenteel onderzocht welke maatregelen er nog getroffen kunnen worden om de kans op
waterloverlast nog te verkleinen.
Extra buffercapaciteit
Op dit moment beheert het Oost-Vlaamse provinciebestuur een totale buffercapaciteit van
zo’n 650 000m³ verdeeld over 23 overstromingsbekkens. 8 bijkomende
bufferbekkens zitten nog in de ontwerpfase.
Meer info
Ignace Walckiers - 09 267 76 61 –
Artikel overgenomen uit De Waterstand 13, april 2016. In De Waterstand bericht de
provincie Oost-Vlaanderen over haar integraal waterbeheer.
|