|
 |
In april
zette de milieuboot voor het eerst koers naar het Kanaal Gent-Terneuzen.
Een heel ander traject dan onze Vlaamse binnenwateren die we gewend
zijn, maar zeer geslaagd 'er-varen'.
Zeeschepen met een laadvermogen van 80.000 ton duwvaart, sleepboten,
duwbakken, veerponten die de kanaaloevers met elkaar verbinden,
de vele dokken, ertsen, kolen, stukwerkers, ook windmolens, een
drukke industriële activiteit, al die kranen voor het lossen en
laden… indrukwekkend!
We nemen u even op sleeptouw.
Gent heeft altijd een verbinding gezocht met de zee. De huidige
en ook kortste verbinding, het Kanaal Gent-Terneuzen, dateert van
het begin van de vorige eeuw en is sindsdien verschillende keren
gemoderniseerd. Het kanaal maakte van Gent de derde grootste haven
van België (na Antwerpen en Zeebrugge).
Dit kanaal heeft een totale lengte van 32km, van de Tolhuissluis
in Gent tot het sluizencomplex in Terneuzen, op enkele honderden
meter van de Westerscheldetunnel. Daarvan ligt 15km op Vlaams grondgebied.
Het kanaal doorkruist de provincies Oost- en Zeeuws-Vlaanderen via
het grondgebied van de gemeenten Gent, Wachtebeke, Zelzate en Terneuzen
(de enige Nederlandse gemeente). Geschiedenis
Van Sassevaart tot Kanaal Gent-Terneuzen
In 1823 besliste Koning Willem I (toen België nog
deel uitmaakte van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden) om de
Sassevaart te verlengen naar Terneuzen. Het traject liep van Gent
naar Sas van Gent, voornamelijk in de oude bedding van de Sassevaart.
Van Sas van Gent naar Terneuzen liep de vaart door een schorrengebied
(De Braeckmaninham, Sassegat en Axelse Gat). In Terneuzen werden
twee sluizen gebouwd. Eén van 8m en één van
12m breed.
Vier jaar later was het zover: "op het canaal van Neuzen op Gent,
geopend den XVIII November 1827", voeren er weer zeeschepen. Tot
Sas van Gent was het kanaal 4,5m diep, tot Gent 2,5m. De breedte
van het kanaal was op de bodem 10m en op waterspiegelniveau 24m.
Tussen 1830 en 1841 was er geen scheepvaart op het kanaal van Gent
naar Terneuzen, want Nederland had de Westerschelde afgezet na de
onafhankelijkheid van België. Het kanaal verzandde. Pas in 1841,
nadat de vaart was uitgebaggerd, kwam er weer scheepvaart op het
kanaal.
Vanaf 1870 werd het kanaal van Gent naar Terneuzen verdiept en verbreed.
Ook werd het kanaal verlegd via een nieuwe kanaalarm bij Zelzate.
Diverse bruggen op Belgisch grondgebied werden eveneens herbouwd.
De werken op Belgisch grondgebied waren klaar in 1881.
In Nederland begon men in 1881 met de verbreding en verdieping van
het kanaal. In Sas van Gent werd een derde kanaalarm gegraven met
een nieuwe sluis, die werd afgewerkt in 1885. Het kanaal was op
dat moment 6,5m diep, 17m breed op de bodem en 68m breed aan de
waterspiegel.
In 1963 werden er twee nieuwe sluizen in Terneuzen gegraven. Eén
voor de binnenvaart en één voor de zeevaart. Vandaag
Naast de optimalisatie van bestaande havengedeelten
wordt nu een nieuw complex bijgebouwd: het Kluizendokcomplex op
de linkeroever. De intenties leven om hier wat meer 'industriële
ecosystemen' op te bouwen.
Van de vijf gebouwde sluizen in Terneuzen bestaan er nog drie: de
Westsluis of Zeevaartsluis (1968), de Middensluis (de oorspronkelijke
Zeevaartsluis geopend in 1910 en gerenoveerd in 1986) en de binnenvaartsluis
(1968).
Plannen
Op langere termijn speelt de toegankelijkheid vanuit
zee een belangrijke rol. Momenteel loopt een project om deze nautische
toegankelijkheid te verbeteren, o.a. door de bouw van een nieuwe
zeesluis in Terneuzen, cruciaal voor de tewerkstelling en de socio-economische
ontwikkeling in de regio Gent-Terneuzen. Bijzonder belangrijk aan
dit project is dat men voor het eerst een akkoord heeft bereikt
tussen Gent en Terneuzen, tussen Vlaanderen en Zeeland, om als één
regio dit project te verdedigen. In die zin is dit project wel historisch.
Er zijn ook plannen om de R4 rond Gent te sluiten via de Sifferverbinding
(een tunnel onder het Sifferdok). De
Haven van Gent: oud en nieuw
De Haven van Gent noemt zich jong en dynamisch.
En toch heeft ze al een lange geschiedenis achter de rug. De geschiedenis
is verweven met de gunstige ligging van Gent aan de samenvloeiing
van Leie en Schelde, met de zoektocht van Gent naar de zee en met
de ontwikkeling van het Kanaal Gent-Terneuzen. Dankzij dat kanaal
was Gent sinds 1827 verbonden met de zee via de Westerschelde. Een
ingewikkeld waterwegennetwerk verbond het kanaal zelf met de Gentse
binnenstad en dus met de Schelde en de Leie.
De oude Gentse haven lag - en ligt nog steeds - in het centrum van
de stad, aan het gedeelte van de Leie tussen de Sint-Michielsbrug
en de Grasbrug. Wegens haar ligging tussen de twee bruggen kreeg
de haven de naam 'Tusschen Bruggen'. Al in de Middeleeuwen was Gent
een belangrijke overslaghaven voor graan. Zo belangrijk zelfs dat
de Leie de naam 'Corenleje' kreeg.
Door de voortdurende noodzaak tot verdere capaciteitsuitbreiding
en modernisering van de haven raakten woonkernen als de Muide en
Meulestede volledig opgeslorpt en omgeven door de haven en haar
activiteiten. Woonkernen worden steeds meer bedreigd in hun oorspronkelijke
woonfunctie. Discussies over de bestemming van de nog resterende
open ruimte zijn er aan de orde van de dag. De problemen zijn er
luchtvervuiling, lawaai- en stankhinder. Na de uitvoering van het
landinrichtingsproject 'Gentse Kanaalzone - Koppelingsgebieden,
fase 1' zal het hopelijk weer aangenamer leven zijn in het havengebied:
woonkernen zullen afgeschermd worden door groen en de aanwezige
ruimte zal economisch gebruikt worden.
Door de decennia heen werden ook verschillende dokken gebouwd. Je
ontdekt er de bedrijvigheid van een haven: binnenschepen en zeeschepen
worden geladen en gelost. Het Sifferdok is het hart van de Haven
van Gent met een polyvalente functie. Hier gebeurt gemengde overslag
van stukgoederen en droge massagoederen (vooral kolen en graan).
Het Rodenhuizedok dient vooral voor het lossen en laden van granen
en allerlei vloeibare producten. Natuur
Daar het hele kanaal eigenlijk één groot havengebied
is, zou je kunnen denken dat de natuur daar geen kans maakt. Maar
havengebieden zijn eigenlijk ook een beetje natuurgebied. Er zijn
zeldzame waarnemingen te doen op de terreinen waar geen activiteit
is. De totale oppervlakte is vaak groter dan de oppervlakte van
natuurgebieden. Door het lozen van warm koelwater vriest het kanaal
niet dicht. Spectaculair hoge concentraties zeldzame watervogels
komen er overwinteren. Tellingen wijzen uit dat de Gentse haven
zelfs voldoet aan de Europese normen om er een beschermd vogelreservaat
van te maken.
Op verschillende al dan niet verdoken plekjes vallen er uitzonderlijke
waarnemingen te doen. Zo huist er op de torens van beide electriciteitscentrales
Rodenhuize en Electrabel Langerbrugge een slechtvalk, zijn er aan
de koelwaterlozing van de Rodenhuizecentrale opvallend veel vissen
en vogels te spotten en tref je op de oevers ter hoogte van Sidmar
helmgras aan - een typische zoutvegetatie die daar goed gedijt door
de ertsinspoeling van het bedrijf.
Op Nederlands grondgebied zijn er wel twee natuurgebieden ten oosten
van het kanaal, beheerd door Staatsbosbeheer. Ten oosten van Sas
van Gent treft men Canisvliet, een kreekrestantengebied (ca. 100
ha) met een rijke historie, ontstaan uit schorren en slikken.
Rondom Axel heeft Staatsbosbeheer een drietal forten in haar beheer.
Ooit lagen de Staatse en Spaanse forten aan de rand van het Zeeuws-Vlaamse
krekengebied. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog is er flink gevochten
rondom deze verdedigingswerken. Veel forten zijn verdwenen, slechts
hier en daar zijn nog restanten te zien. De Staats-Spaanse Linies
vormen nu een internationaal 'herstel'-project. Er wordt getracht
de oude verdedigingswerken herkenbaarder en beleefbaarder te maken.
Milieu
Het milieubeleid gevoerd door de Haven van Gent
bestaat uit het tegenhouden van stof door het overdekken van transportbanden,
het besproeien van kolen - met kanaalwater, aanplanten van bomen
en de aanleg van milieubermen.
In 1989 haalde de waterkwaliteit van het kanaal een zeer slechte
score, zowel op gebied van zuurstofverzadiging als van biologische
waterkwaliteit. Er wordt echter een lichte verbetering vastgesteld.
In 2005 behoort het kanaal van Gent naar Terneuzen tot de klasse
'matig verontreinigd'. De waterbodem van het kanaal is echter 'zwaar
verontreinigd', wat een ernstig probleem stelt voor het baggeren
van de grote hoeveelheid aanwezig slib. Ook heeft de Gentse havenzone
ernstig te kampen met de fijnstofproblematiek.
En tot slot nog dit: het duurzaam ontwikkelen van
de Gentse Haven betekent dat de bedrijven én de overheid tijd en
geld investeren in de sociale, ecologische en economische ontwikkeling
van de regio. Pas dan zullen de bedrijvigheden van de haven en haar
industrie kunnen groeien en verankerd blijven. |
|
|
|
|
|
|