|
|
Dit voorjaar is het weer zover en kiest de milieuboot
opnieuw het ruime sop. Dit keer start hij op het Kanaal Leuven-Dijle,
een kanaal met een geschiedenis, stromend door een groen en rustgevend
decor.
Geschiedenis van het kanaal
Het Kanaal van Leuven naar de Dijle vertelt een
heel eigen verhaal, een verhaal van 250 jaar oud! Het zet ons
aan om op verkenning te gaan naar een industrieel verleden en nodigt
uit om de prachtige steden Leuven en Mechelen met een bezoek te vereren.
Al sinds de late Middeleeuwen werd in het hertogdom Brabant veel handel
gedreven en de historische centra van Leuven en Mechelen weerspiegelen de
rijkdom van het toenmalige stedelijke leven. Ook Leuven was een nijvere
stad met veel ambachtelijke bezigheden. Veel goederen, producten en natuurlijk
ook voedsel moesten dus aan- en afgevoerd worden. Het transport te water van
en naar Leuven verliep oorspronkelijk vooral via de Dijle, maar voor Leuven was dit
al snel onvoldoende, omdat de Dijle door haar grillige verloop en waterdebiet
niet blijvend verbeterd kon worden. Enkel een kanaal zou de Leuvenaars een verzekerde
verbinding met de Schelde en de Noordzee kunnen bieden.
De eerste ontwerpplannen zijn meer dan 300 jaar oud, maar pas in 1750 werd
gestart met de graafwerken. Het eerste schip bereikte Leuven in 1753.
Het Kanaal Leuven-Dijle behoort daarmee tot de oudste kanalen in het land.
Op technisch vlak was het kanaal niet meteen een succes. De drie sluizen
van Kampenhout, Mechelen en het Zennegat volstonden eigenlijk niet om het
niveauverschil van 14 meter op te vangen. De druk van het water in het kanaal
was zo groot dat de sluisdeuren stuk gingen en dat op bepaalde plaatsen zelfs
de dijk doorbrak. Een aantal nieuwe sluizen moesten deze overstromingen in de
toekomst voorkomen. De sluis van Mechelen werd vervangen door een sluis
in Battel en één in Boortmeerbeek en in Tildonk werd er een sluis bijgebouwd.
In 1763 waren de werken beëindigd. Tien jaar na de opening begon de scheepvaart
goed te lopen en Leuven plukte er de vruchten van. De omgeving van de vaartkom
werd een groeiend en bloeiend stadsdeel met handelshuizen en magazijnen.
Een dagelijkse trekschuit, die pas werd afgeschaft na de opening van de
spoorlijn in 1837, bracht passagiers naar Mechelen.
Na verloop van tijd ging het kanaal evenwel steeds minder renderen.
De geringe diepgang liet geen voldoende grote schepen meer toe en de
concurrentie van de spoorwegen en het vrachtvervoer werd te sterk. Maar
in 1986 is een kentering ingezet. Het kanaal wordt opnieuw onderhouden en
de infrastructuur op peil gehouden. Wellicht is er toch een toekomst voor
het kanaal als de bedrijven langs het kanaal terug overschakelen op de
binnenscheepvaart en zo meewerken aan een oplossing voor de overbelasting
van ons wegennet.
Het kanaal en zijn omgeving
Het Kanaal Leuven-Dijle begint in de Leuvense Vaartkom en
loopt naar Mechelen. Het eindigt ter hoogte van het Zennegat, een eindje
voorbij Mechelen. Het is 30 km lang en heeft dus 5 sluizen, namelijk in
Tildonk, Kampenhout, Boortmeerbeek, Battel en ter hoogte van het Zennegat.
Het kanaal en de Dijle stromen een poosje broederlijk naast mekaar door het
landschap, om vervolgens even uit mekaar te gaan en tenslotte ter hoogte
van het Zennegat met de Zenne samen te vloeien. Ongeveer 1 km verder vloeit
de Dijle samen met de Nete en vormt zo de Rupel, die dan weer met de Zeeschelde
in verbinding staat.
Het bijzonder rijke industrieel erfgoed langs en op het kanaal getuigt
van de drukke economische activiteiten én van de technische vindingrijkheid
en architecturale vernieuwingsdrang van vorige generaties. We vinden er niet
alleen de vele industriële gebouwen met hun soms heel interessante installaties,
maar ook de sluizen, bruggen en andere bouwwerken die bij de uitbating van een
kanaal horen.
Als 'bierkanaal' is het Kanaal Leuven-Dijle wellicht het meest bekend. Het is
logisch dat brouwerijen en mouterijen aan een waterweg gelegen zijn, want zij
hebben veel grondstoffen nodig die via het water goedkoop aangevoerd kunnen worden.
Op onze tocht komen we echter ook voormalige bloemmolens, stapelhuizen, tabaksfabrieken,
graan- en olieslagmolens, een gasfabriek en de vroegere conservenfabrikant Marie Thumas tegen.
De sluizen van het kanaal vallen dan weer op door hun ovalen vorm in twee delen.
De eerste schepen die op het kanaal voeren waren gering in omvang en dankzij de
ovalen vorm was het mogelijk om twee kleine schepen tegelijk te versassen. De twee
delen werden gescheiden door extra sluisdeuren. Voor grotere schepen bleven de
tussendeuren open. Voor het versassen van kleine schepen kon men zich beperken tot
één compartiment, waardoor water bespaard werd. Met de verbreding van het kanaal
werden de tussendeursluizen verwijderd. In de sluismuur ter hoogte van de waterrand
zien we ook cirkelvormige verdiepingen. Die werden gebruikt om de scheepjes in de
schutskolk op de juiste plaats te krijgen. Ondertussen zijn de sluizen op het kanaal
geklasseerd als monument.
Recreatie
De laatste jaren heeft het kanaal ook op toeristisch-recreatief
vlak een rol te vervullen. Het heeft namelijk heel wat te bieden
als trekpleister voor het vaartoerisme, als rustgevend fiets-
en wandeltraject en als uitstekend hengelgebied.
Langs het kanaal zijn verschillende kleinere aanlegplaatsen te
zien van lokale watersportverenigingen. In de zomermaanden kom
je er dan ook geregeld kajakkers tegen.
Kanaaltochten Brabant verzorgt de toeristische boottochten op
het kanaal en dit in combinatie met fietstochten.
Het vlakke jaagpad, gelegen in een rustige, groene omgeving, wordt
dan ook vrij intensief gebruikt door fietsers, joggers en wandelaars
die er de ideale locatie in zien voor een paar uur ontspanning.
Naar Mechelen toe verbetert de waterkwaliteit en neemt het zuurstofgehalte
in het water toe waardoor het kanaal ook een aantrekkelijk wordt
voor hengelaars.
Waterkwaliteit
Het Kanaal Leuven-Dijle haalt sinds een aantal jaar ter hoogte
van Leuven opnieuw een matige biologische waterkwaliteit. Deze verbetering heeft
te maken met de aanleg van plasbermen en met de rietbeplanting langs één van de oevers.
De waterkwaliteit wordt het sterkst beïnvloed door de rivieren
waarmee het kanaal wordt gevoed. Het Kanaal Leuven-Dijle heeft
vooral te lijden onder de slechte waterkwaliteit van de Voer die
niet ver voorbij Leuven het Kanaal Leuven-Dijle vervoegt. Bij
de inlaat is dit water nog onvoldoende vermengd met het betere
Dijlewater waardoor de basiskwaliteitsnormen voor biologisch zuurstofverbruik,
ammonium en zuurstof vaak worden overschreden.
Door de zelfzuiverende werking en de lange verblijftijd verbetert de waterkwaliteit
echter geleidelijk en in Mechelen beschikt het kanaal over perfecte viswaterkwaliteit.
Zwaar verontreinigde meetplaatsen komen in het Dijlebekken sinds enige tijd niet meer voor.
Zelf het kanaal op
Zin om de omgeving van het Kanaal Leuven-Dijle eens met eigen ogen
te aanschouwen of om de waterkwaliteit eigenhandig eens aan een test te onderwerpen?
Vaar dan komende lente met de milieuboot mee het kanaal af.
Je kan natuurlijk ook gewoon de fiets nemen voor een tochtje langs het rustige jaagpad. |