Driemaandelijkse uitgave van De Milieuboot vzw / nummer 48 / maart 2007
Inhoud
Het Albertkanaal: snelweg voor de scheepvaart

Is er een mooier seizoen dan het midden van de lente om het Albertkanaal af te varen? De milieuboot dacht alvast van niet en dus pendelt hij tussen Herentals en Antwerpen het mooie weer tegemoet.

Situering en geschiedenis van het Albertkanaal

Het Albertkanaal begint in Luik en loopt door tot in Antwerpen. Het heeft een lengte van 129,5 kilometer en doorkruist achtereenvolgens het Maasbekken, het Demerbekken, het Netebekken en het Benedenscheldebekken.

Rond de vorige eeuwwisseling ontstonden er problemen met het transport over de Kempense kanalen. De kanalen waren te klein geworden en de scheepvaart werd vertraagd door het groot aantal sluizen en beweegbare bruggen. Door de ontdekking van steenkool in 1901 en met het begin van de ontginning in 1914 in Limburg, werd de nood aan een oplossing nog dringender.

In 1910 ontstond de gedachte aan een rechtstreekse verbinding tussen Luik en Antwerpen. Dit nieuwe kanaal moest toegankelijk zijn voor schepen met een tonnenmaat tot 2000 ton. Er zouden slechts 6 sluizen komen en de beweegbare bruggen zouden verdwijnen zodat de gemiddelde reisduur van 16 dagen tot 5 à 8 dagen kon worden teruggebracht.

De werken werden uitgevoerd tussen 1930 en 1940. Schepen tot 1350 ton konden zich zonder problemen verplaatsen, maar schepen tot 2000 ton moesten hun snelheid aanpassen om de oever en de bodem niet te beschadigen. In 1940 werd het Albertkanaal in gebruik genomen, maar door de oorlog kwam de eigenlijke exploitatie pas in 1946 goed op gang. De economische welvaart, de motorisering en de stijging van de tonnage zorgden er echter voor dat het kanaal al snel verzadigd raakte. Bijgevolg werd er geopteerd om het Albertkanaal te moderniseren en het aan de vierbaksduwvaart aan te passen. Deze werken startten in 1966 en zouden tegen 1980 voltooid zijn. Gaandeweg werd de einddatum verschoven naar 1985-1995-2000.

Begin 2001 werd vervolgens de startnota voor de verbredingswerken aan het Albertkanaal tussen Wijnegem en Antwerpen goedgekeurd. Zodra de verbreding klaar is, is in beide richtingen een comfortabele scheepvaart mogelijk voor tweebaksduwkonvooien (4.500 ton) en een éénrichtingsvaart voor vierbaksduwkonvooien (9.000 ton). Het verhogen van een aantal bruggen moet containervaart met vier lagen toelaten. Eerst worden de bruggen herbouwd die te smal zijn, de zogenaamde flessenhalzen: spoorbruggen, de IJzerlaanbrug en de brug van Deurne Bal. De grotere diepgang van 6 meter zorgt ervoor dat ook kustvaarders het kanaal kunnen bevaren.

Het kanaal en zijn omgeving

Tal van bedrijven hebben zich langs het Albertkanaal gevestigd. Ze gebruiken het kanaal als transportweg of halen er het nodige water voor de werking van hun bedrijf. Dit water wordt proces- en koelwater genoemd. Het wordt achteraf niet in het Albertkanaal zelf teruggeloosd, maar in de kleinere beken in de buurt.

Langs het kanaal vinden we betoncentrales, bouwbedrijven, voedingsindustrie, mestproductie, veevoederfabrikanten, enz.
In het jaar 2000 nam het Albertkanaal 33 % van het vrachtvervoer over water voor zijn rekening. Dit is evenveel als over de E313 Antwerpen-Luik aan goederen wordt vervoerd.

Daarnaast is er ook plaats voor recreatie langs het Albertkanaal. Je vindt er tal van watersportverenigingen. Elke gemeente heeft er minstens één. Ook roeiverenigingen, kanoclubs, jachthavens en campings zijn er gevestigd. Bovendien zijn er op verschillende plaatsen aanlegsteigers voorzien waar plezierbootjes kunnen aanmeren en die langs trailerhellingen te water kunnen worden gelaten.

Van Grobbendonk tot Herentals is een snelvaartzone afgebakend: hier mogen jetskiërs en speedbootjes een hogere snelheid halen (20 km/h) dan op andere plaatsen (12 km/h).
In Zandhoven (Viersel) is op linkeroever een heel stuk van het kanaal voorbehouden voor watersport en bijbehorende toeristische accommodatie.

Bovendien vinden we tussen de bedrijven en de industrie door ook heel wat natuur langsheen het Albertkanaal. Zo ligt er een 250 ha groot militair domein dat beschermd is als landschap. Veel militaire domeinen hebben een belangrijke natuurwaarde. Het militair domein is een rustig gebied en het wordt intact gelaten waardoor het een typische fauna en flora herbergt met reeën, vossenburchten en zeldzame planten (o.a. wolfsklauw -Lycopodium).
Het beheer van deze grote natuurgebieden gebeurt door het Departement Leefmilieu,Natuur en Energie (LNE) van de Vlaamse Overheid en het Agentschap Bos en Natuur (ABN) door middel van een overeenkomst met de militaire overheid.

Het Albertkanaal loopt vooral tussen verticale betonnen platen. Daarboven zijn de oevers meestal schuin en van aarde, begroeid met gras, struiken en hier en daar wat laag loofhout. Deze soort oeverversteviging is grotendeels voor heel het kanaal gebruikt. Het kanaal beschikt wel over aanlegplaatsen, losplaatsen, trailerhellingen, trapjes, enz.

Waterkwaliteit en drinkwaterproductie

Het Albertkanaal doorkruist de bekkens van de Maas, de Demer, de Nete en de Beneden-Schelde, maar wordt voornamelijk gevoed door de Maas. Bijkomende bronnen zijn regenwater en stroomafwaarts van de sluis van Wijnegem ook water van beken zoals de Schijn, de Wezelse Beek en de Kleine Schijn.

Stroomopwaarts van de sluis van Wijnegem moet het kanaalwater aan de norm voor drinkwaterproductie voldoen. Broechem en Lier zijn twee plaatsen waar water uit het kanaal wordt opgepompt voor de drinkwaterproductie in Oelegem. Vooraleer het water deze opnameplaatsen bereikt, wordt de kwaliteit ervan gemeten: heeft het water een slechte kwaliteit in Grobbendonk dan kan de wateropname in Broechem en Duffel worden stopgezet.

Het water wordt onderzocht op temperatuur, zuurtegraad, troebelheid, zuurstofgehalte en geleidbaarheid. Al deze gegevens worden automatisch doorgestuurd naar het drinkwaterproductiecentrum van Oelegem van waaruit kan worden beslist of de opname moet worden gestopt.
In het tweede meetstation worden dezelfde parameters onderzocht, aangevuld met een biomonitor: een opstelling laat toe de zwemreacties van forellen in het water te onderzoeken. Is er iets mis met de samenstelling van het water, dan zullen de forellen daarop reageren.

De drinkwaterzuiverings- en oppompinstallatie van Grobbendonk trad in 1942 in werking. Sindsdien werden talrijke uitbreidings- en vernieuwingswerken uitgevoerd. De installatie heeft een vergunde capaciteit van 22.000 m3 per dag. Hier wordt drinkwater niet geproduceerd uit oppervlaktewater, maar uit grondwater.

Het programma met de trajecten en vaardata van de milieuboot vind je op www.milieuboot.be.
Telefonisch kan je info opvragen op 053 72 94 20. Per mail is vzw De Milieuboot bereikbaar op .

Het project 'Educatieve Milieuboottochten' wordt gesteund door de Vlaamse overheid,
departement LNE, afdeling Milieu-integratie en -subsidiëringen.

Inhoud

De Milieuboot
De Gheeststraat 16 -
9300 Aalst - tel. 053 72 94 20 - fax 053 80 87 43
- www.milieuboot.be

Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom

De werking van De Milieuboot wordt gesteund door de Vlaamse overheid. Redactie: Dolores Baita, Christine Braet, Mieke De Leeuw, Lies Heirman, Jessica Minten, Kathleen Van Damme, Martine Van de Vijver, Vanessa Van Liedekerke

Vormgeving: Els Vanhaeght & Angélique Corthals