|
|
Eind
april verlaat de milieuboot alweer het groene Kanaal Leuven-Dijle
om koers te zetten naar het Netekanaal, een kanaal met tal van
functies, zowel op het vlak van recreatie, industrie en scheepvaart,
als op het vlak van drinkwaterproductie. Leest u gerust even mee
en misschien laat u zich wel verleiden tot een boottocht op dit
kanaal vol afwisseling.
Situering en geschiedenis van het Netekanaal
Het Netekanaal stroomt doorheen het Netebekken dat het grootste
deel van de Kempische Laagvlakte beslaat en uit zandige tot lemig-zandige
bodems bestaat. De totale oppervlakte van het gebied bedraagt
1673 km² en strekt zich uit over 54 gemeenten. In totaal
wonen er zo’n 600.000 mensen.
Het bekken omvat de Kleine en de Grote Nete en al hun zijwaterlopen.
De Kleine en Grote Nete vormen na hun samenvloeiing in Lier de
Beneden-Nete. Rond Lier zorgt de Afleidingsvaart van de Nete voor
een snelle afvoer van overtollig water en vrijwaart zo de stad
van wateroverlast.
Het Netekanaal werd gegraven in de jaren ‘50 van de vorige
eeuw en verbindt tussen Lier en Duffel het Albertkanaal met het
bevaarbare deel van de Nete die op haar beurt even verderop uitmondt
in de Rupel, de verbindingsweg naar de Schelde. Op die manier
kunnen schepen uit het zuiden en het westen Antwerpen vermijden
om het Albertkanaal te bereiken.
Tijdens de aanleg van het kanaal stootte men op het skelet van
een mammoet dat nu bewaard wordt in het Koninklijk Belgisch Instituut
voor Natuurwetenschappen te Brussel.
In de jaren ‘60 werd de Beneden-Nete stroomopwaarts van
het sluizencomplex van Duffel rechtgetrokken voor de scheepvaart.
Het getij op de Beneden-Nete wordt gestopt door deze tijsluis,
die de Beneden-Nete met het Netekanaal verbindt.
Omgeving van het kanaal
Door de jaren heen hebben tal van bedrijven zich langs het Netekanaal
gevestigd. We vinden er o.a. een aantal betoncentrales en bouwbedrijven,
maar ook voedingsindustrie en afvalverwerking.
Ook op recreatief vlak beschikt het Netekanaal, dat als een blauw
lint door de Netevallei loopt, over heel wat troeven. Het is een
aantrekkelijke route voor pleziervaartuigen. De goede waterkwaliteit
van het kanaal maakt ook dat watersporters en vissers hier hun
gading vinden en de aanwezigheid van futen en aalscholvers vertelt
ons dat hier aan vis geen gebrek is. Langs het kanaal zijn tal
van watersportverenigingen terug te vinden. Elke gemeente heeft
er minstens één. Er zijn ook roeiverenigingen, kanoclubs,
jachthavens en campings. Op verschillende plaatsen zijn aanlegsteigers
voorzien, waar plezierbootjes kunnen aanmeren die langs trailerhellingen
te water kunnen worden gelaten.
Wat natuurpracht betreft, hoeft het Netekanaal ook al niet onder
te doen. Langsheen het Netekanaal zijn zowel heidegebieden als
drassige beemden terug te vinden. Zo vinden we er bijvoorbeeld
de ‘Kesselse Heide’, een domein met een oppervlakte
van 43 ha, dat in 1978 door het provinciebestuur werd aangekocht.
Zo bleef het gebied gevrijwaard van de geplande openbare verkoop
in kavels. De Kesselse Heide is een overblijfsel van een langgerekt
stuifduinengebied. We vinden er grote delen begroeid met heide,
onderbroken door kleine zandvlakten, een vennetje, wild uitgeschoten
bossen en vrijstaande bomen. Om dit heidelandschap te kunnen bewaren
worden er beheerswerken uitgevoerd, zoals het verwijderen van
boomopslag en het maaien en afvoeren van grassen.
Het natuurreservaat ‘De Kleine Netevallei’ bestaat
uit drassige laagveengebieden met veel illegale vijvers. Men wil
er de moerasbiotopen in stand houden en de beemden terug onderhouden.
De verwaarlozing na gebruik door de landbouw deed de moerasbiotopen
verdwijnen, samen met de bijbehorende fauna en flora, waaronder
het zomerklokje. Om deze biotoop te onderhouden worden beheerswerken
uitgevoerd, bestaande uit het verwijderen van de overwoekerende
pioniersbomen1. Sinds april 1997 wordt het gebied begraasd
door Galloway-runderen.
Het Netekanaal loopt grotendeels tussen verticale oevers gemaakt
van damplanken, afgeboord met een betonnen balk die vlak boven
het wateroppervlak ligt. Daarboven zijn de oevers schuin en bestaan
ze uit aarde, begroeid met gras, struiken en hier en daar wat
laag loofhout.
Waterkwaliteit en drinkwaterproductie
De waterkwaliteit in het Netebekken scoort het best in vergelijking
met alle andere bekkens in Vlaanderen. Hier werden immers al vrij
vroeg rioolwaterzuiveringsinstallaties gebouwd. Toch haalt bijna
de helft van de meetplaatsen op de kleinere waterlopen de opgelegde
kwaliteitsnorm niet. Het Netekanaal heeft een goede biologische
kwaliteit, zelfs de beste van de kanalen die het Netebekken doorkruisen.
Het kanaal ontvangt immers geen water van zijrivieren. Alle beken
worden er namelijk onderdoor geleid om in de Grote of Kleine Nete
uit te monden.
Tot 1955 werd uit het Netewater drinkwater geproduceerd, maar
nu is dat water te vervuild. Het water dat nu wordt gebruikt voor
de drinkwaterproductie, is oorspronkelijk afkomstig van de Maas
en bereikt Duffel via het Albertkanaal en het Netekanaal.
Er gelden zeer strenge normen voor water dat voor drinkwaterproductie
is bestemd. Water uit het Netekanaal wordt eerst mechanisch gezuiverd,
waarna het in het eerste waterspaarbekken te Duffel terechtkomt.
Via een hele reeks waterspaarbekkens wordt het water gravitair,
dus met behulp van de zwaartekracht, naar het drinkwaterproductiecentrum
van Walem geleid. In de spaarbekkens vindt ondertussen een biologische
zuivering plaats.
De Antwerpse Waterwerken (AWW) die drinkwater uit oppervlaktewater
produceren en PIDPA (Provinciale Intercommunale voor Drinkwatervoorziening
van de Provincie Antwerpen) die drinkwater uit grondwater haalt,
werken nu samen en voorzien de volledige provincie Antwerpen van
drinkwater.
1
Pioniersbomen groeien op plekken die nog kaal en wild zijn en
zijn vrijwel ongevoelig voor het klimaat. Ze groeien in poolstreken,
heidevelden, kale zandgronden en in bergen tot op 1000 meter hoogte,
maar ook in gematigde streken. Een typisch voorbeeld is de berk.
|