|
|
Het kanaal in het meest oostelijke puntje van Vlaanderen, de Zuid-Willemsvaart, vormt vanaf mei 2008
het decor voor de educatieve milieuboottochten. Jongeren en volwassenen krijgen tussen Eisden en
Bree een mooi beeld van dit historisch belangrijke kanaal. We lichten hier alvast een tip van de
sluier over de geschiedenis, de functies, de waterkwaliteit, etc.
Hoe het begon
Al in de 16de eeuw dacht men de Maas en de Schelde met elkaar te verbinden
door een kanaal aan te leggen tussen de Maas en de Demer. Toch zou dit idee pas onder het
bewind van Napoleon Bonaparte (1798-1811) in daden omgezet worden. Napoleon wilde een
Rijn-Maas-Scheldeverbinding onder de naam ’Le Grand Canal du Nord’. Deze grootse plannen
begonnen met de aanleg van een voedingskanaal, tevens de basis voor het huidige kanalenstelsel
in de Kempen.
In de 19de eeuw werd het voedingskanaal verbreed en doorgetrokken tot in ’s Hertogenbosch.
De toenmalige Koning der Nederlanden, Willem I, gaf zijn naam aan de gekende Zuid-Willemsvaart.
Toen de scheepvaart begin 20ste eeuw uit haar oevers begon te barsten en de ondertussen gegraven
Kempische Kanalen de grotere schepen niet meer aankonden, werd het Albertkanaal gegraven.
Dit kanaal nam de functies van transport en industrie over. De Zuid-Willemsvaart werd begin
20ste eeuw 3 maal rechtgetrokken. Gezien de beperkte technische middelen waarover men beschikte,
moest men de hoogtelijnen volgen, waardoor het kanaal een aantal bochten vertoont.
Natuur en recreatie krijgen de bovenhand
Toen het Albertkanaal het transport van grind en steenkool overnam, kwam er
plaats vrij voor andere functies langs de Zuid-Willemsvaart. Door de verschillende rechttrekkingen
van de Zuid-Willemsvaart kregen heel wat natuurgebieden langs afgesneden bochten de kans om tot
ontwikkeling te komen. Ook de grindontginningen gaven onrechtstreeks aanleiding tot een aantal
waardevolle natuurgebieden.
Het natuurgebied Bergerven en omgeving vormen de kern van een groots natuurinrichtingsproject
waardoor de natuurwaarde van het gebied nog zal vergroten. Het domein van meer dan 570ha
wordt beheerd door de natuur- en milieuvereniging Limburgs Landschap. Konikspaarden en
Schotse hooglanders worden ingezet om het gras rond de grindplassen kort te houden
(begrazingsbeheer). Bergerven ligt aan de rand van het Kempens Plateau in een historische
meander van de Maas. Door grindontginning tussen 1973 en 1992 ontstonden er verschillende
plassen, samen goed voor ruim 50ha open water. De steilrand van het Kempens Plateau en
omgeving is beplant met naaldbossen (Corsicaanse en grove dennen).
Maar de Zuid-Willemsvaart leent zich ook uitstekend voor sport en ontspanning.
Waterskiën en jetskiën kan je op verschillende aangeduide locaties en er zijn ook tal
van plaatsen om te vissen. Aan de hand van het Grensoverschrijdend Fietsroutenetwerk,
een realisatie van het Regionaal Landschap Kempen en Maasland(1), fiets je op de verharde
trekwegen naar de mooiste plekjes in het grensgebied tussen België en Nederland.
Verder werden er de laatste jaren nog extra aanlegsteigers voor pleziervaart gebouwd.
Ter hoogte van de wachthaven van Eisden, waar ook een ‘spotter(2)’ staat, is een rustplaats
voor fietsers en voetgangers.
Weetje
Eisden wordt in de volksmond ook wel ‘het verzonken dorp’ genoemd.
Dit is te wijten aan de algemene grondverzakkingen in de streek als gevolg van de steenkoolontginning.
De exploitatie van steenkool op 800m diepte door Eisden-mijn veroorzaakte bovengrondse verzakkingen
tot wel 7m. Het mijnverzakkingsgebied gaat van Eisden tot Lanklaar. De dorpskernen van Eisden,
Leut en Meeswijk liggen door de verzakkingen zo laag dat ze onder water zouden komen te staan
indien er geen grondwater werd opgepompt. Dit grondwater werd vroeger in het kanaal geloosd.
Sedert 1960 wordt dit water door de drinkwatermaatschappij VMW (Vlaamse Maatschappij voor
Watervoorziening) gedeeltelijk nuttig aangewend voor de drinkwaterbevoorrading.
|
Wat zullen we drinken?
Het drinkwater in Limburg is afkomstig van grondwater. 30% van dit Limburgse drinkwater
is afkomstig van grondwaterwinningen in het Greeven (Eisden). De Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening
(VMW) zorgt voor het oppompen, zuiveren en de distributie van het Limburgs drinkwater.
De waterwinning zelf gebeurt via 15 afzonderlijke putten van elk 12 tot 21m diep, die geboord zijn tot
in de grindafzetting van de alluviale vlakte. Samen kunnen deze putten een debiet leveren van 1500m3 per uur.
De behandeling van het ruw water is in het waterproductiecentrum Eisden hoofdzakelijk toegespitst
op het verminderen van de ‘agressiviteit’. Dit wordt verwezenlijkt door het verhogen van de zuurgraad
(streefwaarde = pH 8,2) door:
- |
toevoegen van kalkmelk om een deel van het koolzuurgas te binden; |
|
- |
dubbele beluchting die het resterende koolzuurgas telkens met de helft vermindert;
daarnaast zorgt de beluchting er ook voor dat het zuurstofgehalte verhoogd wordt; |
|
|
- |
toevoegen van natriumhydroxide om het resterend koolzuurgas te binden. |
|
Na de behandeling vloeit het water in 2 reinwaterkelders (inhoud = 2 x 1000m3).
Hier wordt het behandelde water preventief ontsmet. Van daaruit wordt het water via 2 hogedrukpompen
naar het leidingnet van Maasmechelen gepompt en via het reservoir Maasmechelen (inhoud 10.000m3)
naar het opjaagstation(3) As. Van daaruit worden Genk, Zutendaal, As, Opglabbeek, Meeuwen, Zonhoven,
Heusden-Zolder, Koersel en een gedeelte van Houthalen bevoorraad. Het waterproductie- en
behandelingscentrum werkt volledig automatisch.
Waterkwaliteit
Zowel op vlak van biologische waterkwaliteit als hoeveelheid zuurstof speelt het Maasbekken
een prominente rol in Vlaanderen. Een BBI van 7 of meer, en een ‘aanvaardbare’ tot ‘matig
verontreinigde’ zuurstofhuishouding liggen een stuk boven het Vlaamse gemiddelde. Zwaar verontreinigd
oppervlaktewater wordt in het Maasbekken niet aangetroffen.
Hoewel in het verleden de nitraatnorm vaak werd overschreden, ligt de gemiddelde nitraatconcentratie
in 2006-2007 slechts iets boven het Vlaams gemiddelde (29,8 t.o.v. 26,5mg NO3/L). Hoewel een lichte
verbetering te merken is, is er nog werk aan de winkel.
In gevolge een cadmiumverontreiniging op de Maas in Wallonië werd in februari 2006 een
concentratie van 28,4 µg/L gemeten in de Maas te Maaseik, een gehalte van 17,8 µg/L in het
Albertkanaal te Lanaken en 15,1 µg/L in de Zuid-Willemsvaart te Lanaken. De pesticidenlozing
eind juli 2007 was het 2e 'lozingsschandaal’ op korte tijd met onder andere een massale
vissterfte als gevolg.
In deze gevallen is er niet enkel een grote bezorgdheid voor vissen en andere waterbewoners,
maar ook voor de volksgezondheid. Een groot deel van het Maaswater stroomt naar het Albertkanaal
en de Kempische kanalen. AWW voorziet met water uit het Albertkanaal een miljoen Vlamingen van
drinkwater. Het prijskaartje van zulke rampen is dus niet enkel op financieel, maar ook op
ecologisch vlak vaak niet duidelijk.
Voetnoten
1. Het Regionaal Landschap Kempen en Maasland is een organisatie die, in opdracht van
de Vlaamse overheid, de provincie en de gemeenten, werkt aan een verantwoorde toegankelijkheid
en natuurbeleving van natuurgebieden in het noordoosten van Limburg.
2. ‘Spotters’ zijn periscopen die niet alleen een prachtig uitzicht geven op het landschap
rondom je, maar die je aan de hand van filmpjes, foto’s en geluidsfragmenten informeren over
de geschiedenis en eigenaardigheden van de streek.
3.In een opjaagstation bevinden zich de nodige hogedrukpompen, die het water vanuit de
reinwaterkelders naar de watertorens of rechtstreeks in het distributienet pompen. Vanuit
het opjaagstation start een gehele cyclus, die het gezuiverde drinkwater tot bij de klanten
transporteert en het beschikbare water van een constante druk voorziet.
|